De honden en katten van het Babbelplein zijn het zat. Er is in de hele buurt geen boom om tegenaan te plassen of je nagels aan te scherpen. Dat komt door de SSS-wet. Straten, stoepen en stenen. Bomen geven teveel troep, vindt de burgemeester. Maar omdat hij een goede burgemeester is geeft hij Vlok, Mini, Mitzi, Boender en Grandeur toestemming om een boom te zoeken voor het Babbelplein. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want de honden en katten van het Babbelplein willen niet zomaar een boom. Het moet de grootste en mooiste boom van Nederland zijn! En hoe kom je daar aan als hond of als kat?
Het boek van Henk Hokke heeft in 1996 een vermelding van de Stichting Nederlandse Kinderjury verdiend dus de vraag of het verhaal kinderen aanspreekt hoeft nauwelijks gesteld te worden. Doordat negen van de dertien tekstrollen door honden en katten worden gespeeld en ook het koor in verschillende huiden kruipt: de tijd (seconden, minuten en uren), het tuincentrum (coniferen en struiken) en het bos (bomen), is het een echt kostuum- en grime-stuk geworden. Bovendien zijn van de zeven liedjes er vijf voor koorzang gemaakt zodat het ‘samen’ doen voorop staat. De rollen zijn verdeeld in A, B en C categorie wat betreft de hoeveelheid te leren tekst maar bovenal is gelet op de speelbaarheid voor kinderen van 8, 9 en 10 jaar oud.
Proeftekst Een boom voor het Babbelplein
boombabbelplein.Demo